Goed geïnformeerd de grens over

De SVB draagt als uitvoerder van de Nederlandse sociale verzekeringen bij aan de bestaanszekerheid van ruim 5,7 miljoen burgers. Het aantal (toekomstige) uitkeringsgerechtigden dat te maken heeft met een internationale situatie, neemt toe. In 2023 was bij ongeveer 13% sprake van zo'n landsgrensoverschrijdende situatie. Dat wil zeggen: personen die in een ander land wonen en/of werken of dat in het verleden hebben gedaan. Vrijwel het grootste deel woont en/of werkt in buurlanden België en Duitsland. De Bureaus voor Belgische en Duitse Zaken (BBZ/BDZ) van de SVB zijn dé informatiecentra als het gaat over landsgrensoverschrijdende sociale zekerheid van Nederland, België en Duitsland.

Informeren aan de voorkant

Of iemand nu gaat studeren, wonen en/of werken in onze buurlanden; zo'n beslissing zou weloverwogen gemaakt moeten worden. Mensen moeten dus goed geïnformeerd zijn voordat ze die stap gaan zetten. ''Met welke instanties krijg je te maken in beide landen, in welk land ben je verzekerd en in welk land vindt de premieafdracht plaats? Dit zijn vragen die goed uitgezocht moeten worden voordat er keuzes worden gemaakt. We komen in ons werk tegen dat mensen de stap al gezet hebben voordat ze goed geïnformeerd zijn en vervolgens later tegen problemen aanlopen’’, zegt Kees Martens, manager BBZ/BDZ. ''Vanuit BBZ/BDZ proberen we daarom zoveel mogelijk preventief te informeren aan de voorkant van het traject.’’

Meerdere wegen leiden naar

Die preventieve informatievoorziening bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste is er een digitale informatievoorziening, via de website grensinfo.nl. Deze wegwijzer - die jaarlijks een half miljoen bezoekers heeft - is een initiatief van verschillende overheidsorganisaties, waaronder de SVB, UWV, de Belastingdienst en het CAK.

Ten tweede is er de eerstelijns grensinformatievoorziening in de grensregio’s, georganiseerd door onder andere BBZ/BDZ. BBZ/BDZ heeft hierin de rol van kennisprovider en opleider. Met opleidings- en actualiteitensessies worden medewerkers van de GrensInfoPunten op de nieuwste stand van wet- en regelgeving gebracht. ''Onze voorlichters van BBZ/BDZ zijn daarnaast regelmatig aanwezig bij spreekuren van de GrensInfoPunten om mensen 1 op 1 te spreken. Zij nemen bezoekers mee in de Nederlandse, Belgische en Duitse regelgeving, al dan niet digitaal'', zegt Martens.

Tot slot is er de ‘backoffice’ van BBZ/BDZ. Wanneer verzoeken rondom socialezekerheidswetgeving te ingewikkeld zijn om in de eerste lijn op te lossen, worden ze doorgeleid naar deze tweede lijn. Hier werkt BBZ/BDZ ook samen met Team GWO van de Belastingdienst, waardoor zij mensen goed kunnen doorverwijzen voor fiscale informatie.

…weloverwogen beslissingen

In dit hele proces hebben de voorlichters van BBZ/BDZ een cruciale functie, want zij hebben veel kennis van de Nederlandse, Belgische en Duitse regelgeving en onderhouden de contacten met de zusterorganen over de grens. Nadine Sommer, voorlichter bij BDZ: ''Mensen kunnen bij BBZ/BDZ terecht voor grensinformatie over alle socialezekerheidsregelingen in Nederland, België en Duitsland, dus niet alleen voor de regelingen van de SVB maar ook de regelingen van het UWV en het CAK. Het beantwoorden van vragen over o.a. ouderdomspensioenen, gezinsbijslagen, werkloosheid en zorgverzekering is voor BBZ/BDZ dagelijkse kost. Wij kunnen in individuele gesprekken nog net niet met zekerheid vertellen hoe hoog de uitkeringen en pensioenen van de burger worden. Voor de rest blijven vragen aan ons maar zelden onbeantwoord. Als we toch geen uitsluitsel kunnen geven, proberen wij de situatie binnen ons netwerk te bespreken om alsnog tot een oplossing te komen voor de burger", zegt Sommer.

Waar het schuurt

Zoveel mensen, met verschillende gezinssituaties, die te maken krijgen met een oerwoud aan landsgrensoverschrijdende wetten, regels en beleid. ''Dat is voor grensarbeiders nauwelijks te overzien’’, zegt Sommer. ''Des te belangrijker is het dat zij zich vooraf goed laten informeren.’’ In haar werk loopt Sommer regelmatig tegen situaties aan waarin de wetgeving schuurt met de uitvoering in de praktijk – én de gevolgen hiervan voor grensarbeiders.

Nederland heeft de Algemene Ouderdomswet (AOW) als volksverzekering. Dat is uniek, want in andere EU-landen moet iemand eerst werken om pensioen op te bouwen. De toenemende internationalisering maakt de uitvoering van de AOW ingewikkelder en tijdrovender. ''Een veel voorkomende situatie waar bijvoorbeeld nog geen oplossing voor is, is (langdurige) arbeidsongeschiktheid. Wanneer iemand een werkgever heeft in Nederland, maar in Duitsland gaat wonen, dan heeft dat gevolgen voor de AOW-opbouw. Want bij arbeidsongeschiktheid gaat diegene in Nederland over op de WIA. Omdat Duitsland het woonland is, is er geen verplichte verzekering meer voor de AOW in Nederland. Tegelijkertijd is er ook geen verzekering voor de Altersrente in Duitsland, want diegene is, door arbeidsongeschiktheid, ook niet werkzaam in Duitsland. Het gevolg: een (groot) inkomensgat voor de pensioengerechtigde leeftijd. Nederland kent de vrijwillige verzekering, waarmee mensen zich kunnen verzekeren voor de AOW (en Anw), maar dat kost in verhouding veel. Bovendien is die vrijwillige verzekering mogelijk voor maximaal tien jaar, dus voor jonge personen is dat niet lang genoeg’’, vertelt Sommer.

Dat de pensioengerechtigde leeftijd niet in ieder land hetzelfde is, kan ook tot ingewikkelde situaties leiden. In Nederland wordt de AOW-leeftijd vijf jaar van tevoren vastgesteld. In België en Duitsland gaat de pensioengerechtigde leeftijd stapsgewijs omhoog. Sommer: ''Dat betekent dat wanneer iemand in België of Duitsland staatspensioen heeft opgebouwd en het wil opnemen, maar in Nederland nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt, met een (tijdelijk) pensioengat zit. Doorwerken tot aan de AOW-leeftijd kan dan een oplossing zijn, maar dat is niet altijd mogelijk. En vaak zijn mensen er ook al aan toe om met pensioen te gaan.''

Geen harmonisering

Martens: ''De EU-wetgeving coördineert, maar harmoniseert niet. Dit betekent dat op basis van de EU-wetgeving wel het land wordt aangewezen waar iemand in zijn of haar situatie verzekerd is, maar wanneer je in het ene land woont en in het andere land werkt, dan heb je toch te maken met de verzekeringsstelsels van beide landen. Dat maakt dat het vaak complex is. De coördinatie die we kennen voor de sociale zekerheid geldt weer niet voor de fiscaliteit. Fiscale aspecten zijn geregeld in bilaterale belastingverdragen, ook tussen Nederland en Duitsland en Nederland en België. Het is vaak een complexe puzzel waarbij lange doorlooptijden tussen instanties en het wachten op gegevens uit het andere land het voor burgers extra lastig maken. De burger kan hierdoor voor nadelige financiële gevolgen komen te staan, zoals terugvorderingen. Het is in de nationale regelgeving al ingewikkeld voor hen, laat staan in een landsgrensoverschrijdende situatie.’’

Samen richting een toekomstbestendige dienstverlening

Op 4 juni 2024 heeft de SVB haar vierde knelpuntenbrief aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. Hierin zijn veel voorkomende knelpunten in de internationale dienstverlening opgenomen. De SVB roept op om in het belang van burgers te zorgen voor een fundamentele vereenvoudiging in beleid en regelgeving, om de internationale uitvoering van de sociale zekerheid in de toekomst te garanderen.